Zeef de bloem en basterdsuiker boven de kom. Doe zout, citroenschil, vanillesuiker en boter erbij. Snijd de boter met twee messen in kleine stukjes door de bloem. Kneed alles met koele, schone handen door elkaar tot een deegbal. In het begin lijkt het of het nooit wat gaat worden, maar je moe gewoon dapper doorkneden! Verdeel het deeg in ongeveer 25 stukjes ter grootte van een walnoot. Rol er balletjes van en leg ze op de bakplaat. Duw de balletjes een beetje plat. Bak de koekjes in het midden van de oven in ongeveer 15 minuten goudbruin en gaar. Haal de koekjes uit de oven en laat ze op de bakplaat afkoelen. Maak intussen het glazuur. Doe de poedersuiker in een kleine kom en roer het met de limonadesiroop tot een papje. Schep op ieder afgekoeld koekje wat glazuur en strijk het uit. Leg er een framboosof smartie op en laat het glazuur in 1 uur hard worden.