Breng de tomatensoep volgens de gebruiksaanwijzing aan de kook, vervang 1 deciliter water door de witte wijn. Maak intussen de venkel en wortel schoon en snijd ze in kleine blokjes. Voeg de venkel en wortel aan de soep toe. Laat de soep ca. 5 minuten zachtjes koken. Snijd intussen de kabeljauw in grove stukken en de krabsticks in kleine stukjes. Spoel de garnalen in een zeef af en laat ze goed uitlekken. Voeg de rozemarijn en de verse roomkaas aan de soep toe en laat de kaas al roerend smelten. Voeg de kabeljauw en krabsticks toe en laat de soep ca. 10 minuten heel zachtjes koken. Roer de garnalen erdoor en warm ze nog ca. 2 minuten mee. Breng de soep op smaak met zout en peper. Knip de bieslook erboven fijn. Serveer de soep met volkorenbrood en kruidenboter.