2 Versnijd het konijntje. Snijd het spek in stukjes en blancheer ze enkele seconden in kokend water. Dep ze droog. Bak de stukjes spek vervolgens in boter en laat ze uitlekken.
3 Kruid de stukken konijn. Bak ze in de boter van het spek aan. Bestrooi met een eetlepel bloem en laat 10 minuten garen in de warme oven. Bevochtig met de wijn en de kippenbouillon. Voeg er tijm, laurier en het lookteentje aan toe. Zet een deksel op de pot en laat 20 minuten verder garen in de oven.
4 Voor het garnituur: Blancheer de uitjes enkele seconden in kokend water. Laat ze uitlekken. Bak ze in boter en kruid ze met peper en zout.
5 Snijd de champignons in kwartjes. Bak ze in de boter. Voeg er het gebakken spek aan toe.
6 Voeg de garnituren aan het stoofpotje toe en laat nog een vijftal minuten samen sudderen zodat alle smaken goed versmolten zijn.