1 Verkruimel de gist en roer glad met de melk en het ei. Voeg hierbij de bloem, Solo, kristalsuiker, vanillesuiker en het snuifje zout. Meng tot een egaal deeg.
2 Kneed heel kort (een halve minuut) op de werktafel, tot het deeg goed samenhangt. Verdeel in porties van ongeveer 35 gram.
3 Strooi de korrelsuiker uit op een propere handdoek. Rol er de stukjes deeg in uit tot ze 10cm lang zijn. Herhaal dit, maar rol nu langer, tot repen van 25 cm.
4 Draai elke reep in een cirkel en kleef de uiteinden met wat druk tegen elkaar. Leg met de sluiting naar je toe. Neem de cirkel bovenaan in het midden vast en plooi dit midden tot tegen de sluiting onderaan. Knijp dit met je duim en wijsvinger in een punt. Je zal zien dat er zich een hartje vormt.
5 Leg de hartjes op de bakplaat en druk ze met de vingertoppen goed plat. Werk de vorm eventueel nog wat bij. Laat een uurtje narijzen onder een hannddoek.
6 Bak 10 à12 minuten in een oven van 220°C tot de hartjes goudbruin zien. Draai met een breed paletmes de koeken na het bakken zo vlug mogelijk om. Let op: ze zijn heel warm.
4 
40 min
