Verwarm de oven voor tot 170°C. Bekleed de bakplaat met bakpapier. Meng in een grote kom met de mixer met deeghaken de boter met witte basterdsuiker, zout en het ei. Zeef de bloem met bakpoeder boven het mengsel en kneed het geheel (eerst met de mixer, later met koele hand) tot een samenhangende deegbal. Dek het deeg af met plasticfolie en laat het buiten de koelkast ongeveer 1 uur rusten. Bestuif aanrecht en deegroller met de extra bloem en rol het deeg uit tot een lap van ca. 2 mm dikte. Haal ca. 20 rondjes uit het deeg en leg deze op het bakpapier. Schuif de plaat in het midden van de oven en bak de koekjes in ca. 15 min. gaar en goudbruin. Neem de koeken uit de oven en laat ze ca. 10 min. afkoelen. Verwarm in een steelpan de keukenstroop met bruine suiker en kaneelpoeder tot de bruine suiker is gesmolten en een mooie, dikke saus ontstaat. Bestrijk de helft van de koeken voorzichtig met stroop (let op, de stroop is heet!) en leg er de andere helfte